Staatsbosbeheer heeft afgelopen winter bijna 16 hectare nieuw bos aangeplant in Braakman-Zuid bij Philippine (circa 11,5 hectare) en het bos aan de Kloosterweg bij Koewacht (circa 4 hectare). Staatsbosbeheer vindt het belangrijk dat er in Nederland meer bos komt. In Europa behoort Nederland tot de landen die relatief weinig bos hebben. Daarom plant Staatsbosbeheer landelijk in de komende 10 jaar 5.000 hectare nieuw bos. Overigens blijft het niet bij de 16 hectare in Zeeuws-Vlaanderen: Staatsbosbeheer is in de provincie Zeeland al bezig met de zorgvuldige selectie van geschikte locaties voor het volgende plantseizoen. Het nieuwe bos is mede tot stand gekomen door de samenwerking met De Hoop Terneuzen. De partijen maakten de samenwerking bekend door gezamenlijk met Provincie Zeeland en Gemeente Terneuzen een lindeboom te planten in Braakman-Zuid.
De komende jaren zal er door een investering van De Hoop Terneuzen in totaal 100 hectare bos in Zeeland bijkomen. Het nieuwe bos legt CO2 vast en levert daarmee een structurele bijdrage aan het terugdringen ervan (gemiddeld 10 ton CO2 per hectare per jaar) die volgens het Nederlandse Klimaatakkoord in 2030 met ten minste 49 procent verminderd moet zijn. De Hoop Terneuzen streeft naar een duurzame ontwikkeling en zorg voor de omgeving. Daarom draagt zij bij aan de investering van bosaanplant in Zeeland.
Toekomstbestendig bos
Nieuw bos heeft naast een bijdrage aan de beperking van de klimaatverandering nog meer functies. Het draagt ook bij aan de soortenrijkdom in de natuur, de kwaliteit van het landschap, waterbuffering, de gezondheid van mensen en de aantrekkingskracht voor toeristen en recreanten. Het bos biedt voor toekomstige generaties allerlei keuzemogelijkheden op het gebied van natuur en recreatie. Door het planten van een groot aantal verschillende boom- en struiksoorten wordt er rekening mee gehouden dat het bos aantrekkelijk is voor mens, plant en dier. Gevarieerde bossen zijn beter bestand tegen klimaatverandering, langere periodes van droogte, ziektes en stormen. Ze bieden een gevarieerdere leefomgeving voor verschillende planten en dieren die in de Nederlandse bossen leven. Voor een gevarieerd bos maakt Staatsbosbeheer onder meer gebruik van bekende en streekeigen soorten zoals de eik, beuk, de linde en de gewone esdoorn, maar ook van minder bekende bomen zoals de veldesdoorn.
Samen voor meer bos
Bos staat ook in het overheidsbeleid weer volop in de belangstelling. Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) presenteerde in november 2020 de Bossenstrategie. Rijk en de provincies hebben samen de ambitie het bosoppervlak in Nederland met 10% te laten toenemen, zo’n 37.000 hectare. De plannen van Staatsbosbeheer passen daar naadloos in.
Provincie Zeeland heeft die landelijke ambitie vertaald naar een eigen visie. De Zeeuwse Bosvisie is opgesteld in nauw overleg met alle Zeeuwse overheden, agrarische partijen en terreinbeheerders overheden. Samen willen zij ongeveer 425 hectare extra bos realiseren binnen het bestaande NatuurNetwerk. Dat gebeurt vooral met Zeeuwse elementen die typerend zijn voor Zeeland. Denk aan beplantingen op dijken of heggen en hoogstamboomgaarden op het agrarische platteland. Naast de vele functies die de bossen kunnen vervullen dragen bossen allemaal bij aan het beperken van de gevolgen van klimaatverandering en zorgen ze voor het vastleggen van CO2.
Met meer bos zet Gemeente Terneuzen, de groenste gemeente van Zeeland, in op meer recreatieve en toeristische natuur. Ze stimuleert de groei van verschillende soorten planten en verscheidenheid van dieren. Hittestress wordt tegengegaan en ze realiseert meer lokale en natuurlijke waterberging. De bestaande natuur wil ze versterken met natuurcompensatie voor CO2-uitstoot of uitbreidingen van bedrijven. Dat alles zorgt voor een win-win-win situatie.
Bron: Staatsbosbeheer